Wat is een conflict eigenlijk?
Recent heb ik een boek gelegezen: 'Hoera, een conflict' . Over waarom teams conflicten nodig hebben om beter te worden, vooruit te gaan en meer een team te zijn.
En ook recent zag ik een documentaire over de hereniging van Take That. De ultra-populaire boyband uit de jaren 80. Ik zou haast willen zeggen: boyband ‘avant-la-lettre’, omdat ze gevoelsmatig al zo lang aan de weg timmeren. Maar natuurlijk zijn zij de verpersoonlijking van de boyband.
Team-houdbaarheidsdatum
En ik trof een paar frapante parallellen tussen het boek, van Jaco van der Schoor en Margreeth Kloppenburg. In hun boek beschrijven zij de theorie van de ontwikkeling van een team in een viertal fases: startfase, strijdfase, samenfase en de slotfase. Daar staan geen vaste tijden en termijnen voor. Die hangen samen met de aard en omvang van het team, maar ook van het succes. De houdbaarheidsdatum van een team is arbitrair.
Take That is ooit samengesteld door producers/managers die – op grond van voor hen belangrijke criteria - uit duizenden auditanten een groepje van 5 hebben samengesteld. Zangtalent, danstalent, uitstraling, flexibiliteit, ambitie voor het artiestenvak… dat zijn vermoedelijk de criteria geweest waarop de leden zijn geselecteerd. En zeker niet de rolmodellen van Belbin!
De start en de samenstelling
In de startfase van een team wordt bepaald – bewust of onbewust – wat het bestaansrecht, doel en richting van het team is. Een oriënterende fase waarin de teamleden meestal wat afwachtend van start gaan, gemoedelijk met elkaar optrekken en vooral streven naar harmonie.
Voor Take That sprak dat in hoge mate vanzelf. Het team van producers had daarbij heldere beelden. De feitelijke hoofdrolspelers hingen daar wat bij en zijn – jong als ze waren – zich initieel gaan schikken in hun rol als speler/pion en genoten van de energie en de beginnende successen. Of op zijn minst het bezig zijn met je liefhebberij: zingen en dansen.
Praatjesmakers
Na verloop van tijd kwam er succes en kregen de mannetjes ook meer praatjes. Naar elkaar, naar het begeleidende team en de vanzelfsprekendheden uit de 1e fase verdwijnen naar de achtergrond. Ze maken plaats voor de verschillen. Van inzicht, van ambitie, van ‘zijn’, van rol etcetera. Het geheel komt in zeker mate ter discussie te staan.
In die strijdfase was het voor iedereen wel helder dat met goud in handen had. De successen van het team regen zich aaneen en niemand wilde dat – zeker in eerste aanleg – daar de stekker uit trekken, of de aanleiding zijn voor stoppen. Het is algemeen bekend dat deze fase lang lucratief bleef en dat verbond in hoge mate.
In de theorie van Van der Schoor en Kloppenburg volgen strijd en samenfase elkaar op. Ik stel me voor dat een gedeelte van de tijd ook hier al een samenfase is geweest waarin – met perioden – gerust goed is samengewerkt.
Maar op het moment dat Robbie Wiliams de groep verliet, was de definitieve escalatie daar en de kogel door de kerk. Een breuk, die geruime tijd heeft geduurd, waarbij het erop leek dat Take That definitief beëindigd was. Een slotfase is daar mogelijk kort aan voorafgegaan, maar dat is in hoge mate achter de scherm geweest.
Op het moment van beeeindigen leek het erop dat Take That ‘op het hoogtepunt’ stopte.
Achteraf bezien, met als markeerpunt de recente documentaire, is de strijdfase pas recentelijk beëindigd. Robbie Williams en de rest van de groep (die het ook een tijdje met vier man probeerde) sloten zich weer bij elkaar aan en Take That maakte een doorstart.
Escalatie bij verandering van fase
Dus de escalatie in de vorm van het – tijdelijk – uitstappen van Williams heeft geduurd tot zijn terugkeer. Zo’n hick-up in het bestaan van een team duurt meestal korter, maar in feite kun je niet anders vaststellen dan dat Take That nu in de samenfase is terechtgekomen. Lessons learned, ieder ouder en wijzer en ‘het team’ op orde.
Ieder weet wat hem te doen staat, wat er verwacht kan worden, wat er nodig is en hoe je met elkaar om moet gaan. Hebben die producers het dan aan het begin toch goed gezien? Goede vraag. Zonder Belbin-instroommodel hebben is een ieder uit het oorsrpronkelijke team er – althans financieel – er zeker wijs van geworden. De bijverschijnselen in verslavingen en andere excessen voor ieder afzonderlijk teamlid laten we gemakshalve maar even buiten beschouwing.
Veel van te leren. Van Take That en hun ontwikkeling. Maar ook van het genoemde boek….
Aardige tip voor De #Toppers, om maar even in boyband-termen te blijven?
Of voor jouw team? Ieder zit er wel in één.
Verder praten? Laat maar weten!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten